Je moet worden ingeschreven in de registers van de gemeente waar je je hoofdverblijfplaats hebt, dit is de plaats waar je werkelijk gedurende het grootste deel van het jaar verblijft. In die gemeente kan je terecht voor je officiële documenten (bv. identiteitskaart, rijbewijs).
Als je tijdelijk en voor meer dan 3 maanden buiten de gemeente van je hoofdverblijfplaats verblijft, moet je hiervan persoonlijk bij de dienst Burgerzaken van je eigen gemeente melding maken. Je hoofdverblijfplaats wordt niet gewijzigd door je tijdelijke afwezigheid. Je blijft ingeschreven op je adres.
Voorwaarden
De mogelijkheden tot tijdelijke afwezigheid (binnen- of buitenland) worden strikt beperkt tot:
- verblijf in een verpleeginrichting, rusthuis of psychiatrische instelling;
- minder dan 1 jaar afwezig zijn voor:
|
|
|
|
- studenten;
- gedetineerden;
- beroepsmilitairen en burgerpersoneel;
- dienstplichtigen (enkel voor niet-Belgen);
- personeel van de federale politie en meer dan 1 jaar afwezig;
- Belgische diplomatieke ambtenaren;
- personen waarvan de verdwijning sinds 6 maanden of langer gesignaleerd werd aan de lokale of federale politie.
Een tijdelijke afwezigheid moet aan volgende voorwaarden voldoen:
- je hoofdverblijfplaats blijft behouden waarnaar op elk ogenblik teruggekeerd kan worden;
- er blijven voldoende belangen behouden, namelijk hetzij een onbewoonde woning, maar voldoende uitgerust en bemeubeld om er effectief te kunnen leven, hetzij een woning bewoond door gezinsleden. Het moet natuurlijk gaan om één of meerdere gezinsleden die reeds in die woning verblijven bij de aanvang van de tijdelijke afwezigheid;
- de afwezigheid mag niet voor onbepaalde tijd zijn, maar moet tijdelijk zijn, zo niet zal de persoon geschrapt worden uit de bevolkingsregisters.
Procedure
Je moet jouw tijdelijke afwezigheid aangeven bij de dienst Burgerzaken van jouw gemeente. Om een afvoering uit het bevolkingsregister te vermijden, is de mogelijkheid voorzien om aangifte te doen van elke tijdelijke afwezigheid van meer dan 3 maanden.
Een tijdelijke afwezigheid mag niet langer duren dan een jaar. De tijdelijke afwezigheid kan éénmaal verlengd worden, waardoor men uiteindelijk gedurende 2 jaar afwezig kan zijn. Wil je de tijdelijke afwezigheid voor een bijkomend jaar verlengen, dan moet je kort voor het vervallen van de tijdelijke afwezigheid een tweede aangifte doen bij de gemeente van je hoofdverblijfplaats.
Er kan afgeweken worden van het principe van de beperkte duur van 2 jaar van de tijdelijke afwezigheid voor bepaalde categorieën zoals personen die in een rusthuis verblijven, gedetineerden, …
Wanneer je meer dan 6 maanden ononderbroken afwezig bent op jouw hoofdverblijfplaats zonder melding te maken van jouw tijdelijke afwezigheid, kan dit aanleiding geven tot een afvoering van ambtswege door het college van burgemeester en schepenen, voor zover jouw huidige woonplaats niet gekend is.